Vaccinatie tegen Q-koorts na toelating voor gebruik bij schapen

Naar aanleiding van vragen die de Veekijker Kleine Herkauwers van GD over de toelating van het vaccin voor Q-koorts bij schapen ontving, hebben het ministerie van LNV en NVWA een beschrijving opgesteld waarin de verplichtingen m.b.t. het gebruik van het vaccin Coxevac® worden weergegeven.

Sinds medio 2023 heeft het vaccin Coxevac® (CEVA, Sante Animale) ook een toelating voor gebruik bij schapen, naast een al bestaande toelating voor geiten en runderen. Onder deze aangepaste registratie moet er bij schapen een dosis van 2 ml worden toegepast. Hiermee is de bijsluiter van het vaccin dus gewijzigd.

Het was gebruikelijk om schapen, bij gebrek aan een toelating voor schapen en op basis van de vrijstellingsbijsluiter uit 2008, te vaccineren met een dosis van 1 ml. Omdat deze wijziging van de bijsluiter in 2023 in het lopende jaar was doorgevoerd en sommige schapen al gevaccineerd waren, is er door NVWA in 2023 niet toegezien op het gebruik van de nieuwe dosering van 2 ml. Met ingang van het jaar 2024 dienen schapen conform bijsluiter met een dosering van 2 ml te worden gevaccineerd en verder conform artikel 1.46 van het Besluit houders van dieren. Voor de herhalingsvaccinatie geldt dat deze plaats dient te vinden conform lid 3 van artikel 1.46 van voornoemd besluit, zijnde binnen 12 maanden (en niet iedere 4 maanden, ondanks de immuniteitsclaim).

Eventuele bijwerkingen dienen, zoals gebruikelijk, te worden gemeld bij Bureau Diergeneesmiddelen.