Tekst: Lisetta Verkleij, dierenarts en journalist
AI, ‘Artificial Intelligence’ ofwel kunstmatige intelligentie, ontwikkelt zich razendsnel. Het draait bij AI om slimme, zelflerende systemen die werken met grote hoeveelheden (ingevoerde) data. Op basis daarvan kunnen ze leren, logisch redeneren en conclusies trekken – vergelijkbaar met hoe mensen dat doen, alleen kunnen ze het veel sneller en wellicht zelfs ook beter. In de diergeneeskunde zou AI, op basis van invoer van anamnese en (ziekte)geschiedenis van het dier, plus de resultaten van klinisch onderzoek en eventueel aanvullend onderzoek (laboratoriumtesten, röntgenfoto’s, cytologie et cetera) razendsnel alle differentiële diagnoses en behandelingen kunnen doorlopen en de meest waarschijnlijke tonen. Vervolgens kan AI het juiste geneesmiddel aangeven, inclusief passende dosering en eventueel contra-indicaties. Ze kan zelfs de uitleg van de dierenarts ‘vertalen’ en begrijpelijker maken voor de eigenaar. Dit scheelt veel tijd en fouten, zoals minder vaak voorkomende aandoeningen over het hoofd zien, een minder optimale behandeling kiezen, doseringsfouten enzovoorts. Dus: de dierenarts wordt overbodig?