Tekst: Lisetta Verkleij, dierenarts en journalist

Een nieuwe cao voor de veterinaire sector, wat is er veranderd?

Sinds 1 januari van dit jaar is er een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst (cao) voor de veterinaire sector. Dat heeft gevolgen voor veel mensen werkzaam in deze sector. Want al zijn alleen leden van de BPW (Belangenvereniging Practici Werkgevers) verplicht zich aan deze cao te houden, ook veel andere partijen gebruiken deze cao (al dan niet deels) als leidraad. Wat is er veranderd ten opzichte van de oude cao? En hoe komt zo’n cao eigenlijk tot stand? Kun je daar als individuele dierenarts in loondienst of als dierenarts-werkgever zelf invloed op hebben? Het Tijdschrift vraagt uitleg aan Paul Nabuurs, voorzitter van de BPW (Belangenvereniging Practici Werkgevers) en Rick van der Wijst, voorzitter van de BPL (Belangengroep Praktiserende dierenartsen in Loondienst). 

Een cao is niets anders dan een collectieve arbeidsovereenkomst waarin afspraken worden vastgelegd tussen werkgevers en werknemers. Die afspraken kunnen gaan over onder meer het salaris, de werktijden, reiskosten- en dienstenvergoedingen, nascholing, vakantiedagen enzovoort. In 2006 kwam de allereerste cao voor dierenartspraktijken tot stand. Sinds 2021 is het de cao Veterinaire Sector, een cao die niet meer alleen voor dierenartsen en paraveterinairen geldt, maar ook voor andere praktijkmedewerkers zoals praktijkmanagers of administratieve krachten. Het gaat om een minimum cao: aangesloten werkgevers mogen hun werknemers altijd meer bieden dan wat daar in staat, maar niet minder. 

Deelname aan cao Veterinaire sector niet verplicht

Ondanks de naam is deze cao (nog?) niet verplicht voor de hele sector. Dat gebeurt pas als de partijen aan tafel minimaal 60 procent van alle dierenartsen, paraveterinairen en andere medewerkers vertegenwoordigen en het Ministerie van Sociale Zaken een Algemeen Verbindend Verklaring afgeeft. “Daar zijn we nog lang niet,” zegt Paul Nabuurs, sinds 2022 voorzitter van de BPW. Nabuurs is mede-eigenaar van en dierenarts bij dierenkliniek Oost-Betuwe, waar hij deel uitmaakt van een team van zes dierenartsen en negen paraveterinairen. “Er zijn nu zo’n 120 praktijken lid van de BPW. Het aantal leden stijgt weer na een lichte daling, waarschijnlijk omdat veel zelfstandige praktijken zijn verkocht aan ketens. De ketens zijn eigendom van internationale bedrijven en die doen niet mee met de cao. Dat is jammer, het is namelijk belangrijk dat we als werkgevers dezelfde richting op gaan.”

Nabuurs vervolgt: “Veel praktijken zijn geen lid van de BPW maar werken naar eigen zeggen wel ‘conform de cao’. Meestal gaat het dan alleen om het salaris, terwijl de cao over veel meer gaat. Als je gezamenlijk tot goede arbeidsvoorwaarden komt, biedt dat duidelijkheid en een prettige werksfeer, voor zowel werknemer als werkgever. Je hoeft niet met iedere medewerker afzonderlijk te onderhandelen. En als werkgevers zich verenigen, staan we sterker. Dan is het mogelijk veel bredere afspraken te maken, met een groter draagvlak, bij werknemers, maar bijvoorbeeld ook bij de overheid.” Een duidelijke verklaring voor het eerder dalende ledental heeft Nabuurs niet. “De contributie is niet hoog, zeker niet omdat je daarvoor ook nog gratis juridische ondersteuning krijgt vanuit de AWVN (Algemene Werkgevers Vereniging Nederland). Misschien omdat men (onterecht) bang is voor het verlies van autonomie?”
Net als de BPW ziet de BPL (Belangenvereniging Practici in Loondienst) het aantal leden stijgen, tot nu zo’n 500. Rick van der Wijst is sinds een week de kersverse voorzitter van de BPL, nadat hij al twee jaar algemeen bestuurslid was. Na zijn afstuderen in 2021 werkte hij enige tijd als practicus Gezelschapsdieren. Tegenwoordig is Van der Wijst, naast bestuurs- en vrijwilligerswerk, druk met zijn net opgerichte eigen bedrijf. “We zijn blij met die stijging! Hoe meer leden, hoe beter onze onderhandelingspositie en hoe groter het draagvlak voor de cao.” 

Verhoging van de lonen

Aan de nieuwe cao gingen stevige onderhandelingen vooraf. De werkgevers in de vorm van de BPW, ondersteund door Sandra Roording als adviseur van de AWVN, nodigen hiervoor formeel de werknemers uit. Die worden op hun beurt vertegenwoordigd door de BPL, ondersteund door Huug Brinkers, adviseur van vakbond de Unie, en door mensen van CNV en FNV namens de niet-dierenartsen in loondienst. Er wordt onderhandeld over voorstellen die gedaan worden op basis van verzoeken vanuit de leden van beide verenigingen. De leden hebben ook invloed op de onderhandelingen door middel van ledenraadplegingen. Beide voorzitters zijn tevreden over het eindresultaat, al had de BPL op meer gehoopt.

“De belangrijkste verandering in de nieuwe cao is wat ons betreft de aanpassing van het loongebouw,” vertelt Nabuurs van de BPW. “Er is een hele duidelijke stap gemaakt om de salarissen in de veterinaire sector te verhogen en naar de mediaan te krijgen. Tot nu toe behoorde de veterinaire sector bij de 25 procent minst betalende werkgevers van Nederland. In de nieuwe cao zijn afspraken gemaakt om de salarissen per functiegroep zodanig te verhogen dat die op 1 juli 2026 op de mediaan zullen uitkomen.” Nabuurs legt uit dat de AWVN werkt met de ORBA-methode. Dit is een methode die functies analyseert, beoordeelt op zwaarte en indeelt volgens een bepaalde rangorde. Die rangorde leidt vervolgens tot een indeling in salarisgroepen. De ORBA-methode is één van de meest toegepaste functiewaarderingsmethodes in Nederland.
Van der Wijst van de BPL is tevreden, maar had op meer gehoopt. Ook hij noemt de aanpassing van het loongebouw de grootste en belangrijkste verandering in de nieuwe cao. “Het is zeker positief dat er in de sector als geheel een stijgende lijn zichtbaar is. Onderin de schalen zijn de startsalarissen verbeterd en worden grotere stappen gemaakt. Als je bovenin de schaal zit, heb je nu ook meer perspectief. Helaas merk je er veel minder van als je middenin een schaal zit. Bovendien is er deels sprake van een inhaalslag vanwege de onverwacht hoge inflatie. In de vorige cao was een vast percentage opgenomen voor de inflatiecorrectie. De afgesproken indexatie bleek echter veel te laag bij de daadwerkelijke inflatie van 7,8 procent, waardoor de lonen achter zijn gaan lopen, zoals in veel sectoren. Naast verhoging van de lonen streefde de BPL naar verbetering van de secundaire arbeidsvoorwaarden. Daar bleek echter weinig ruimte meer voor.” 

Andere veranderingen en functiehandboek

“Wel wordt de reiskostenvergoeding de komende drie jaar per jaar iets verhoogd en de consignatievergoeding wordt met hetzelfde percentage geïndexeerd als de lonen. En er is een jubileumvergoeding toegevoegd, “ zegt Van der Wijst. Nabuurs van de BPW vertelt dat er ook afgesproken is om meer aandacht te geven aan duurzame inzetbaarheid. “Daartoe hebben BPW, BPL en Dactari gezamenlijk een MDIEU-subsidie (Maatwerk Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden) aangevraagd bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Om te beginnen wordt een sectoranalyse gedaan en op basis van de resultaten daarvan zullen we vervolgstappen bepalen. Verder gaan we de komende periode het functiehandboek opnieuw bekijken, om te zien of het aangepast moet worden.”
Dit functiehandboek wordt gebruikt voor de functiewaardering en indeling van de cao. Het bevat omschrijvingen van alle functies in de veterinaire sector, met duidelijke richtlijnen wat betreft bijbehorende taken. Het wordt door werkgevers en werknemers in gezamenlijk overleg opgesteld, nog een cruciale taak van zowel BPW als BPL.

Beide voorzitters doen dit belangrijke werk, net als de overige bestuursleden, op vrijwillige basis naast hun reguliere werkzaamheden. Wat drijft ze? Nabuurs vindt een goed personeelsbeleid erg belangrijk, in zijn eigen praktijk maar zeker ook voor de sector. Hij hoopt op termijn in Nederland een bindende cao voor elkaar te krijgen. Ook Van der Wijst heeft het belang van een gezonde veterinaire sector voor ogen. “Helaas is er veel uitstroom in onze beroepsgroep. In het SEO-rapport worden als redenen daarvoor een slechte beloning en een hoge werkdruk genoemd. Als (bestuurs)lid van de BPL kan ik daar invloed op uitoefenen.” Beiden roepen collega-dierenartsen dan ook op toch vooral lid te worden van hetzij de BPW, hetzij de BPL. “Hoe meer we ons verenigen, hoe sterker we staan!” 

‘Niet wat we graag hadden gewild, wel een goede basis voor wat langere termijn!’ 

Met de in 2023 opgerichte denktank van paraveterinairen was Vedias in staat goede en directe input te leveren tijdens de cao-onderhandelingen. De focus van Vedias lag naast een betere salariëring en inflatiecorrectie voor paraveterinairen op vergroting van het toekomstperspectief, door aandacht voor duurzame inzetbaarheid en verbeterde secundaire arbeidsvoorwaarden.
Ondanks teleurstelling over het gebrek aan ruimte voor de andere wensen is Vedias wel blij met de aanpassing van het loongebouw richting de mediaan, zodat in 2026 een marktconform salaris standaard wordt. De stapsgewijze salarisverhogingen van in totaal ongeveer 20 procent bieden medewerkers aanmerkelijk meer perspectief. Met het door ontwikkelen van het functiehuis en het loongebouw in de huidige cao kunnen bij de BPW aangesloten werkgevers zich wat betreft Vedias ook echt onderscheiden als aantrekkelijke werkgever. – Elly Lancee namens Vedias

Advertentie

Om te kunnen reageren op een bericht dient u ingelogd te zijn.


Inloggen