Stop met steken; vraag elkaar ten dans!

Honingbijen steken alleen als ze zich bedreigd voelen. Het is echt een wanhoopsdaad, want ze lopen grote kans er zelf aan dood te gaan. Hier moest ik aan denken toen ik bezig was met interpretatie van de resultaten van onze monitor mentaal welzijn van dierenartsen. “Dierenartsen doodmoe en chagrijnig” kopte het artikel in het Tijdschrift voor Diergeneeskunde met de eerste bevindingen.

Kort lontje

De rapportage van de nulmeting staat op het punt gepubliceerd te worden. Het is niet goed met ons gesteld, zo blijkt uit de resultaten. In het bovengenoemde artikel sprak ik al van een paars hartinfarct: onze professie kampt met een groot zuurstofgebrek. Dierenartsen nemen collectief te weinig tijd voor herstel van inspannend en verantwoordelijk werk. Ze hebben grote moeite met het nemen van afstand. Met andere woorden: ze liggen regelmatig wakker van de heftige gebeurtenissen overdag (of ’s nachts). Het gevolg – verstrengeld met de oorzaak – is dat ze moe zijn en een kort lontje hebben. De sociale veiligheid in én buiten de praktijk laat zeer te wensen over. Veel veterinaire professionals nemen hun toevlucht tot intimidatie, pesterij en discriminatie om iets van hun collega’s gedaan te krijgen. Net als bij een bijensteek brengen zij daarmee niet alleen de ander, maar ook zichzelf in gevaar.

Groot respect

Het kan zo anders, denk ik dan. Enige tijd geleden heb ik een cursus ‘natuurlijk bijen houden voor beginners’ gevolgd. Die gaf mij de gelegenheid een bijenvolk van nabij te bestuderen. Het collectieve bijengedrag was even fascinerend als vernuftig, zowel buiten als binnen de korven. Een groot voorrecht vormde een inkijkje in de honingraten: wat een fijnzinnige structuren, wat een waaier aan warme kleuren en wat majestueuze, scheppende bedrijvigheid! De bijen stoorden zich niet aan ons, maar de imker drukte ons op het hart dat het ‘binnenkijken’ met het grootste respect voor hun intimiteit moest gebeuren. Evenals het oogsten van de honing; daarvan moet genoeg overblijven voor het bijenvolk zelf, dat hiermee de winter moet zien te overleven. Ook was er veel aandacht voor een gezonde omgeving. De bijen moeten in het vliegseizoen continu kunnen foerageren op bloeiende gewassen. Ze zijn voor voldoende variëteit op het menu ook afhankelijk van hun soortgenoten; de wilde bijen en andere bestuivers. Gelukkig werkt de natuur mee; niet alles bloeit tegelijk en niet alle soorten vinden alles even lekker.

Swingende bijendans

Maar je moet niet tegen hun natuur ingaan! Dan gaan de bijen zich wezensvreemd gedragen, vergelijkbaar met onze vermoeide, prikkelbare veterinaire professionals. En dan loopt het onherroepelijk slecht af met hun hele volk. Daarom heeft de KNMvD 2025 uitgeroepen tot het jaar van de collegialiteit. We zijn met allerlei partijen in het veterinaire veld bezig met de vorming van één gezonde, welvarende beroepsorganisatie. Deze vereniging – in de letterlijke zin van het woord – is nog niet eerder vertoond in de geschiedenis van onze beroepsgroep, noch van de KNMvD. Volstrekt nieuw is bijvoorbeeld het samengaan met de paraveterinair dierenartsassistenten en andere diergeneeskundigen. Collegialiteit is daarbij van levensbelang. Wij kunnen, nee moeten, elkaar uitnodigen voor een elegante, ritmische bijendans. En daarvan leren genieten. Stoppen met steken. Wij hebben allemaal een groot paars hart voor mens en dier. Laat het spreken!

Advertentie

Om te kunnen reageren op een bericht dient u ingelogd te zijn.


Inloggen